Canada Trip, 16 t/m 30 mei 2012.
Wegens onvoorziene omstandigheden veranderde een geplande
trip (lees: meetings) naar Italië en Frankrijk plots in een Canada-studiereis. Dit kwam nog
goed uit want ik volg al geruime tijd de blogs van enkele Hollanders en
landgenoten die er zijn blijven plakken...
Woensdag, bij m’n aankomst op Trudeau Airport, Montreal
word ik opgepikt door een recente witte Volvo VN 670 trekker waarvan ik de
komende 2 weken de cabine mag delen met ‘owner/operator’ Luc. Ik ken Luc al van
in de tachtiger jaren toen we beide transporteur waren. De laatste 7 jaar volg
ik z’n doen en laten in Noord Amerika. Dit is z’n tweede trekker en deze wordt
momenteel door hem ‘ingereden’ voor een toekomstige chauffeur...
’t Zou amper 999 Km bollen zijn tot thuis maar z’n
opdrachtgever heeft niet dadelijk een retourtje richting ‘Maritimes’ liggen. Onze opdracht: laden in Montreal voor Syracuse, aansluitend laden in Watkins Glen (beide liggen in New York State, US), omkoppelen op de yard vlakbij Toronto
(Ontario) om dan oostwaarts langs Québec via de Transcanada Highway naar de hoofdzetel in
Hartland (New Brunswick) te bollen. Hier hebben we tijd om een ‘Tim Hortons’ te doen en ’s
werelds langste -nog in gebruik zijnde- overdekte brug te gaan bekijken. Daarna bollen we met
een lege koeltrailer opnieuw noordwaarts en wisselen die bij McCain in Grand
Falls, om 888 km later in ‘t meest oostelijk gelegen havenstadje Sydney (Nova
Scotia), de reefer af te zetten bij de –ex Belgische- ferry. De natuur
onderweegs is beklijvend en wilde beesten die bij mijn weten alleen maar
leefden in de zoo ziet men hier gewoon naast de highway... doodgereden liggen.
De volgende ochtend, na alweer een ontbijt bij een ‘Tim
Hortons’ doen we nog een plaatselijke ‘drop’ om aansluitend in de haven te
koppelen en geladen terug te keren naar de yard in Moncton (New Brunswick). Een
andere gelukkige mag van daar met deze vracht doortrekken tot San Francisco
(California), goed voor zo’n 5800 Km... Het rijden op zich is niet te
vergelijken met dat van bij ons. Leuk detail: de maximum snelheid op de
Highways –afhankelijk van staat tot staat- is voor vracht- en personenwagens
even hoog en zorgt dus duidelijk voor minder stress in’t verkeer. Meestal hangt
er een ‘reefer’ aan onze kont, soms eens een ‘dry van’ en de maximum toegelaten
massa in de US ligt zo’n 10 ton lager dan bij ons. Daar heeft de 500 PK sterke
13L Volvo met –Noord Amerikaans flauw afkooksel van de bij ons alom geprezen-
I-Shift weinig problemen mee. De cabine is een pak korter en smaller dan Luc’s
eigen VN 780 trekker, wat het leven met 2 kloeke mannen aan boord letterlijk
spannend maakt. Vergeet niet dat er hier steeds een levensnoodzakelijke reserve
aan eten en drinken mee reist! Om een kort verhaal lang te maken, zondag en zo’n
3333 km later staan we thuis op de farm.
’t Werd een aangenaam weerzien want ondertussen was’t 3
jaar geleden da’k m’n dorps- en leeftijdsgenote Nancy, haar zoon Rutger en
dochter Dani nog gezien had. Kleinzoon Max (22 maanden oud) kende ik enkel van
op foto’s. ’s Nachts, op weg van m’n bed naar ‘t toilet leerde ik Cap’ kennen, hun waakhond die me grommend en met opgetrokken lip (en duidelijk geen kunstgebit!) de
doorgang versperde. Gelukkig kwam Nancy tijdig tussenbeide of dit vertelselke
was er nooit geweest....
De daaropvolgende dagen leerde ik al wandelend met
Cap’ de omgeving kennen met ook hier een ongeloofloos levensecht decor: overdag
cirkelen 3 bald eagles (lees: Amerikaanse zeearenden) boven m’n hoofd,
muskieten prikken raak, wat ruist er in het struikgewas?, en ’s nachts hoor ik
de coyotes, op zoek naar Nancy’s kippen.
Al bij al kon ik me goed in- en uitleven op hun farm. Dani
werkt er aan haar Sunrise River Ranch en houdt nogal van paarden (ik heb het
dan vooral niet over lekkere paardensteak!). Zo hebben we met ons drieën tussendoor
een aanpalende grote weide afgespannen met palen en schrikdraad. Mijn ervaring met paarden dateert van laaang geleden, ook in Ternat, maar dan op de kermis.
Ander interessant feit is dat Rutger nogal thuis is in
auto’s en hun respectievelijke onderdelen, wat voor sommige Streetcruisers misschien
als muziek in de oren kan klinken...
Door mijn komst en Luc’s nakende vakantie (we reizen namelijk
samen, met dochter en kleinzoon terug naar Vlaanderen!) is zijn werkritme in
’the eastern triangle’ doorbroken en weet de dispatching zich geen raad met
ons . Gedurende m’n tweede vakantieweek werden er dan ook –naar Canadese normen-
weinig kilometers gebold (vooral de mislukte patattenoogst speelt hier een rol). We geraakten zelfs niet meer tot in de States en sliepen amper
2 keer in de truck. Gewoon terminal werk in de ‘Maritimes’ met toevallig overal wel een
‘Tim Hortons’ in onze buurt....
Een stadsbezoek en shoppen in Moncton kon dan ook niet
ontbreken op de agenda. De alomtegenwoordige Maple siroop, Maple koeken,
Maple snoepjes, Maple hier en Maple daar gaan proeven en dadelijk maar een Driver’s Handbook, een
Transporting Dangerous Goods By Truck en een Air Brake Manual aangeschaft,
zoda’k –eens terug in m’n eigen zetel- kan beginnen leren... genietend van dat
lekkers.
Ter info: Moncton ligt in het zuidoostelijke deel van
New Brunswick, in de vallei van de Peticodiacrivier en lijkt me best aangenaam
en vooral leefbaar. Je kan er uren door een winkelcentrum slenteren of naar de
cinema gaan terwijl op de parking de wagen met z’n deuren los -en zelfs met al
z’n ramen vierkant open- onaangeroerd blijft staan (probeer dat eens bij ons,
aan de Kinepolis...).
Evenzeer ongelooflijk: de stad telt welgeteld 2 rotondes
maaaar... de Trans Canada Highway die wordt er op 2 plaatsen gekruist door een
treinspoor (en ik ben er zelf over gereden!)!
New Brunswick is gelegen in’t oosten van Canada. De
enige tweetalige provincie, ter grootte van Nederland en België samen telt amper
750.000 inwoners. Ruimte zat dus, om te verkennen en rond te trekken. Vandaar
denkelijk, het groot aantal campers, caravans, fifth wheels en mobile homes
(letterlijk mobiele huizen!) welke werkelijk alom tegenwoordig zijn in het
straatbeeld.
Ben benieuwd hoe het er ’s winters aantoe gaat!?
Enfin, mij zien z’er zeker weer en liefst heel vlug!